Lente in Brussel. De afgesneden adem van de stilgevallen stad, de tot staan gebrachte metro, de gebroken levens, de zwijgende militairen, de lockdown. Bijna twee weken geen vliegtuigen in mijn stukje zwerk. Ik wil niet oneerbiedig zijn, maar dat laatste gaf veel rust…
Tegelijk: de minuten stilte op pleinen, in parlementen, bedrijven en stadions. Gedeelde tijd en ruimte voor bezinning. De Schweigeminute als een seculier gebed. Stil hoeft het daarvoor niet te zijn. Hetzelfde effect hadden die hoopgevende Ode an die Freude op het Beursplein en het indroevige Adagio for Strings van Samuel Barber. En toch had ik bij al die bloemen en lichtjes de gedachte: hoeveel keer is dit nog nodig? Of is het altijd nodig?
In stilte verzwegen
De twee kanten van stilte. De pijnlijke en de zalvende. Het zwijgen of verzwijgen. De stolp of de woordeloze omarming. Ze schuren tegen elkaar. Zelf ten volle overtuigd van de positieve kwaliteit van stilte, ben ik niet blind voor de andere kant, de dark side of the moon. Wie gek wordt van de stilte in een eenzaam bestaan, wie ’s avonds bitter vaststelt dat hij weer geen woord heeft gewisseld met een ander mens, wie een geheim moet bewaren, willens nillens, om de lieve vrede, wie zich opvreet omdat zij/hij nergens gehoor krijgt, wie merkt dat potjes gedekt blijven, heeft wellicht geen oor naar de blijde boodschap dat stilte goed doet.
'Srebrenica, in stilte verzwegen' was de titel van een recente fototentoonstelling. Enkele families uit dat Bosnische stadje wonen in Gent. Is Srebrenica verzwegen? Het ergste bloedbad sinds de Tweede Wereldoorlog op Europese bodem, 8000 doden, is terecht gekwalificeerd als volkenmoord. Verschillende mensen zijn ervoor veroordeeld; eind maart nog de Bosnisch-Servische leider Karadzic. De ‘moeders van Srebrenica’ waren altijd van de partij in Den Haag, bij elke belangrijke stap in het proces voor het Joegoslaviëtribunaal. Ze konden altijd hun verhaal kwijt in de media. In Nederland is de regering Kok destijds gevallen over het debacle met de Nederlandse blauwhelmen in Srebrenica. De naam van het stadje is wijd en zijd bekend, en staat in de griezelige lijst van onheilsplekken: Lidice, Oradour, … En toch: 'in stilte verzwegen'. Wie ben ik om te oordelen? Dit is de subjectieve ervaring van niet gehoord te worden, en te moeten zwijgen. De frustratie dat anderen niet spreken, de ware toedracht niet onthullen, geen schuld bekennen, een straf ontlopen.
Oorverdovende stilte
Hoe moeilijk de stilte te verbreken is, bleek na de Tweede Wereldoorlog. Veel getuigenissen over de gruwel van de Holocaust zijn pas heel laat bekend geraakt. Overlevers hebben lang gezwegen. Zat het trauma te diep, of was de ontvankelijkheid van de omgeving te klein? In Nederland bestaat het begrip ‘Indisch zwijgen’ van vele Nederlanders, na hun ervaringen in de Jappenkampen of in de onafhankelijkheidsstrijd in ‘de oost’.
Sinds de jaren ’60 zijn mensen mondiger geworden en klagen steeds vaker de schuldige stilte aan. De misstanden, het misbruik van macht in grote en kleine organisaties, en hoe ‘de goegemeente’ de lippen stijf op elkaar houdt. De oorverdovende stilte, met een sprekend oxymoron. Wat als verzwijgen het voorgeborgte van vergeten is? Die angst speelt zeker mee bij wie het kortste strootje heeft getrokken.
Wie heeft er baat bij stilte?
Dit is de vraag die er altijd toe doet: cui bono? Wie heeft er baat bij deze stilte? Al te vaak zijn dat net niet de slachtoffers, maar wel de daders… De beheerste, en daardoor des te pakkendere film ‘Spotlight’ toont aan hoe gedegen, geduldig, niet-sensationeel en uiteindelijk succesvol perslui te werk kunnen gaan om de stilte van de vested interests van de kerk open te breken. Kwaaie stilte is opgelegd, afgedwongen. Waardevolle stilte is vrijwillig. Dat onderscheid is van groot belang, schrijft David Hendy in ‘Noise’, over de geschiedenis van het geluid: ‘Who gets to make a noise and who doesn’t, who gets their voice heard and who doesn’t, who gets to listen and who doesn’t, is of crucial importance.’
Mogen en kunnen spreken, getuigen, stemmen. Gehoord worden. Dit raakt aan de meest fundamentele rechten van de mens. We kunnen iemand anders de stilte nooit opleggen. Vergelijk het met vrijwillige soberheid en het spanningsveld met armoede. Ook dat zal altijd wringen: een pleidooi houden voor consuminderen bij iemand die de eindjes niet aan elkaar kan knopen.
Om naar Brussel terug te keren. Terreur brengt ons drukke bestaan brutaal en ongevraagd tot stilstand. Daarna staan we vrijwillig en solidair stil om te reflecteren. Twee soorten stilte, die botsen.