Oefening baart leiderschapskunst – mijn ‘good practices’

Je wordt niet als een goed leider geboren. Wel heb je een aantal talenten meegekregen, net als een persoonlijkheid en een opvoeding. En dan is het aan jou. Leiderschap komt je niet aangewaaid. Het is een roeping die uit jezelf komt. Het opnemen van leiderschap moet kloppen met je deepest voice, anders begin je er beter niet aan. Zodra die voorwaarden zijn vervuld, rest er jou nog een ding: de knepen van het vak onder de knie krijgen. Leiderschap kun je voor een deel aanleren. En als je je echt wilt bekwamen in je vak, is dat een levenslange weg: je leiderschap moet groeien, rijpen en zal transformeren naarmate je ouder wordt. Dat maakt het ook zo’n mooi vak. Laat het nu juist dat zijn wat ik bij mezelf sterk voel: de sturm-und-drang en de interne focus die me tussen mijn 35ste en 45ste overmanden, maakten geleidelijk aan plaats voor reflectie, externe focus, nadenken over de lange termijn en over de overdracht van mijn leiderschap. In wat volgt overloop ik een aantal good practices – ik wil ze geen best practices noemen – die mij ondersteunen in mijn leiderschap.

A. De rol van stilte en meditatie

In de drukte van elke dag verleren we het om stil te worden. ‘Werken’ is vandaag voor veel mensen synoniem voor ‘het druk hebben.’ De hectiek van elke dag ondersteunt en koestert onze illusie dat we ‘goed bezig’ zijn. Die dagelijkse tredmolen verhindert ons ook stil te staan bij de vraag of we wel écht goed bezig zijn en of het dat is wat we écht willen. Ik weet van mezelf dat ik me gemakkelijk laat opslorpen door de dagelijkse drukte en dat nietsdoen eigenlijk niet in mijn script thuishoort. Daarom heb ik er een discipline van gemaakt om stilte en meditatie op te zoeken.

Zenmeditatie en stilte
Drie, vier keer per week start ik ’s ochtends rond een uur of zeven de dag met een zenmeditatie van 20 à 30 minuten. ’s Zomers installeer ik mij daarvoor in de tuin, omdat het fantastisch is de natuur te horen ontwaken. Mensen zeggen me vaak dat ze graag zouden mediteren, maar dat de tijd ontbreekt. Ik antwoord dan steevast dat het geen kwestie van tijd is, maar van prioriteit. Als je ’s ochtends wat vroeger opstaat, dan win je tijd. De methode is erg simpel, maar daarom niet gemakkelijk. Je zet jezelf in een gemakkelijke houding op een meditatiekussen en je brengt je aandacht naar je adem of naar je hartslag: twee functies in je lichaam die niet geconditioneerd zijn en niet van je mind afhangen. Telkens als er een gedachte, een beeld of een emotie door je hoofd schiet, breng je je aandacht heel geduldig terug naar je adem. Als je fysiek iets voelt – een pijntje, een kramp of jeuk – neem je gewoon waar zonder te reageren. Je veroordeelt die gedachte of die emotie niet. Je neemt ze waar met een zekere nieuwsgierigheid en onbevangenheid. Als een jobstudent ‘label’ je heel geduldig elke gedachte of emotie die voorbijkomt en ik kan het je verzekeren: dat zijn er heel wat. Voel je verdriet, dan neem je dat waar en label je dat. Idem met vreugde, angst of opwinding. Op den duur word je getuige van je eigen ‘systeem’. Persoonlijk word ik vooral getuige van mijn eigen rusteloosheid. Na verloop van tijd dwarrelen mijn gedachten neer zoals opgewoeld zand langzaam weer naar de bodem van de vijver zakt. En na 30 minuten ben ik klaar om de dag aan te vatten.

Waarom mediteren? Waarom de stilte ingaan? Er zijn een aantal goede redenen:

1. Door meditatie open je wat is afgesloten
We verliezen ons de hele dag door in gedachten, fantasieën, oordelen en emoties, waardoor we onvoldoende alert zijn voor de directe waarnemingen van onze zintuigen. Onze aandacht is zo verstrooid dat we niet meer bewust zijn voor wat we zien, horen, proeven, voelen en ruiken: de gewaarwordingen van ons lichaam. Als je de stilte binnengaat, zul je ontdekken dat er in je geest een permanente ‘achtergrondruis’ te horen is: vaak gevoelens van onvrede en onrust, omdat de dingen nu eenmaal niet perfect zijn of perfect lopen.
In de drukte en het lawaai van een doorsneedag wordt dit geruis overstemd. We verdringen het. Maar het is er wel en het heeft meer invloed dan we beseffen op onze gevoelens en onze gedragingen. Tijdens de meditatie kun je al eens door een onprettig lichamelijk ongemak worden overmand: de knieën die wat stram worden, een pijnscheut in de rug. In het begin van de oefening heeft de geest de neiging om zich te verzetten. Een vorm van verzet is zelfmedelijden of sceptische twijfel: Waarom doe ik dit in godsnaam?
Als die emoties opkomen, neem je die gewoon waar. Er ontstaat een nieuw perspectief: in plaats van die emoties weg te duwen of ons af te sluiten, wordt de geest milder en ontvankelijker. De pijn in de rug wordt dan een gewaarwording die je niet helemaal hoeft te overspoelen. Naarmate die opmerkzaamheid en concentratie door meditatie sterker worden, verlies je je minder vaak in gedachten. Ook tijdens een vergadering, bijvoorbeeld. Aanwezigheid’ is voor een leider een kernkwaliteit, meditatie versterkt en oefent die aanwezigheid.

2. Door meditatie verken je wat verborgen ligt
De ware aard van onze gewaarwordingen is verborgen. Onze geest verliest zich in identificatie met concepten. We verwarren onze denkbeelden over dingen met de ervaring zelf. Concepten bedekken de waarheid. Gisteren deed mijn knie pijn en met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal ze morgen ook pijn doen. De naam of het concept ‘mijn knie’ verandert niet en we identificeren er ons mee. Maar als we zuiver waarnemen, stellen we vast dat de ervaring elk moment anders is. Essentieel bij meditatie is de beweging van het niveau van de concepten naar de directe ervaring en waarneming. Bijvoorbeeld: als iemand zijn hand opsteekt en vraagt wat je ziet, zul je ‘een hand’ antwoorden. In wezen zien we geen ‘hand’ – dat is een concept – maar een samenspel van een vorm, kleuren, licht en schaduw. Meditatie zal je in je leider schap attent maken op je identificatie met concepten en je gewaarwording in contacten en vergaderingen verhogen.

3. Meditatie leert je dat alles voortdurend verandert en niet te controleren is.
Alles wat we als stabiel, onveranderlijk en blijvend beschouwen, is voortdurend in beweging. Misschien ‘weten’ we dit wel intellectueel, maar beseffen we het wel écht? Meditatie is een methode om almaar dieper in de essentie van vergankelijkheid door te dringen. Werkelijk alles wat we in meditatie waarnemen, is voortdurend bezig te veranderen.
Zelf heb je totaal geen greep of enige controle op die veranderlijkheid. In strijd met wat er in tal van managementboeken wordt verteld, is er geen ‘sturend ik’ dat de touwtjes stevig in handen heeft. Je stelt vast dat je totaal geen controle hebt over je innerlijke wereld, hoe wil je dan controle hebben over de uiterlijke wereld? Niet eenvoudig. Maar dat is zo voor elke training, of je nu je biceps, je buikspieren of je uithoudingsvermogen traint. Het vraagt altijd inspanning.
Met het ontdekken van die veranderlijkheid en vergankelijkheid ontstaat het besef dat geen enkel verschijnsel ons welke zekerheid dan ook kan verschaffen. Als we dit werkelijk begrijpen, zullen de sterke krachten van verlangen en gehechtheid de geest minder bepalen. We ontwikkelen inzicht in de zelfloosheid van alle geestelijke en lichamelijke processen. Het proces van verandering behoort niemand toe, er is geen eigenaar. Dat is een subtiele, maar radicale transformatie in de manier waarop we dingen gewoonlijk waarnemen.

4. Meditatie schenkt je een stukje vrijheid terug. Je wordt milder tegenover jezelf
De kwaliteit van je denken is de kwaliteit van je leven. Je bent wat je denkt. Door het proces van meditatie maak je de sprong van te denken ‘ik ben geïrriteerd’ naar ‘ik merk bij mezelf dat er een gevoel van irritatie is’. Dat is een hemelsbreed verschil, want je knipt de draad van de identificatie door. Precies omdat je je bewust wordt van je irritatie, kun je die loslaten en bevrijd je jezelf voor een stukje. Het behoeft geen extra betoog dat deze kwaliteit in een vergadering of in een moeilijk contact erg nuttig kan zijn. Door een volgehouden meditatiepraktijk kreeg ik meer zicht en dus ook ‘vat’ op de grote spelbrekers in mijn leven. En die spelbrekers zijn voor iedereen dezelfde. Het gaat om je mind, die voortdurend bezig is om de werkelijkheid op te delen in voorvallen of mensen die hij graag mag en naar wie hij verlangt of een afkeer heeft. Hij wikt en weegt als een balans, klampt zich aan het ene vast en heeft een afkeer van het andere. Onze geest is één afmattende wervelwind van reactiviteit. Door meditatie en de kracht van opmerkzaamheid kom je meer in evenwicht en, bijgevolg, tot rust. En dan is er nog de tussencategorie van ‘neutrale’ gedachten en emoties die ons de hele dag bezighouden en niets toevoegen. Bij een mens zouden dagelijks tussen de 40.000 en 60.000 denkbeelden en emoties de gedachtegang kruisen. De opmerkzaamheid in de meditatie is aandachtskwaliteit die opmerkt zonder te kiezen en net als de zon haar licht op alles even sterk laat.

B. Stilte en leiderschap

Voor Lao Tse is het verband tussen stilte en leiderschap essentieel. De kracht van de wijze leider is niet gebaseerd op grote inzichten of technieken, maar op zijn methode van gewaar zijn wat gebeurt. Beginnelingen verzamelen theorieën en technieken totdat de geest volledig verstrikt is. Gevorderden laten het meeste weer vallen en vergeten het meeste van wat ze geleerd hebben. De kwaliteit van het bewustzijn is veel krachtiger dan alle technieken en theorieën samen. Door juist te handelen maak je misschien een simpele of gestoorde indruk op de groep, alsof je niet weet wat te doen. De groep verwacht misschien een expert met een diepzinnige toespraak. Met zijn stilte kan de leider de opwinding uit de groep verdrijven. Door zich niet te moeien, laat hij de groep groeien. De wijze leider weet wat er in de groep gebeurt, omdat zijn bewustzijn op het hier en nu gericht is.
Je hoeft stilte niet automatisch te koppelen aan meditatie. Ik kan bijvoorbeeld erg genieten van een lange solowandeling. Ik droom ervan om ooit de camino naar Santiago de Compostela te stappen. Felix Timmermans, die je moeilijk van sympathie voor zenboeddhisme kunt verdenken, schreef al dat de stilte de weg is naar het evenwicht, naar het goede oordeel over mensen en dingen, naar het algemeen belang, naar ‘de kern van alle dingen, die stil en eindeloos is’.

De stilte is de beste manier om het ego te milderen,
in het bijzonder het zoeken naar macht, succes of geld.
Vormen van ijdelheid die de grootste bondgenoot van het ego zijn.
De stilte laat toe sterker in de wereld te staan,
want zij leert je relativeren en afstand te nemen.
De stilte desintoxiceert van de wetten van de wereld.
De stilte is een beweging naar binnen, een geesteshouding.
Een soort ‘reculer pour mieux sauter’.

Wouter Torfs

 

Bewerkt uit: Wouter Torfs, Werken met hart en ziel, LannooCampus, 2014